Gemotoriseerd verkeer, zoals auto’s, motoren, scooters en elektrische voertuigen, kan leiden tot gevaarlijke of overlast gevende situaties. Wat mag wel en wat mag niet?
- Motoren, scooters, (elektrische) fietsen en andere gemotoriseerde of elektrische vervoermiddelen mogen op het tuinpark alleen met de motor aan worden geduwd.
- De kentekens van gemotoriseerde vervoermiddelen van tuinders die hard over het tuinpark rijden en zo voor gevaarlijke situaties zorgen, worden doorgegeven aan de politie. De eigenaren kunnen dan een boete krijgen. Het bestuur vraagt alle tuinders om kentekens van deze voertuigen voor dit doel ook te mailen naar het bestuur.
- Alle vervoermiddelen mogen alleen op de eigen tuin worden gestald. Anders volgt een boete. Ook deze kentekens mogen worden doorgegeven aan het bestuur.
- Auto’s mogen niet op het tuinpark komen. Tuinders kunnen wel een ontheffing aanvragen, zodat zij wel met de auto het tuinpark kunnen oprijden. Kijk bij Ontheffing voor de voorwaarden.
- Het is verboden om een voertuig op de toegangsweg naar het tuinpark te parkeren. Er ontstaat een zeer gevaarlijke situatie als hulpdiensten hierdoor bij een calamiteit niet meteen het tuinpark kunnen oprijden. Zodra een voertuig op de toegangsweg wordt geconstateerd, wordt contact gezocht met de dienst parkeerbeheer die het voertuig vervolgens zal wegslepen.
- Het parkeerterrein mag niet worden gebruikt voor verkeerde doeleinden, zoals het storten van zand, stenen, modder en pijpen. Het bestuur houdt dit in de gaten en doet zo nodig een zogenaamde SIA-melding bij de gemeente.
- Mochten er toch auto’s zonder toestemming op het park staan, dan zal een boete worden opgelegd en bij herhaling van deze overtreding een hogere boete.